In een ruime cocotte of dikwandige braadpan wordt per eend 50 ml genuaolie verwarmd met, per eend ½ teentje knoflook.
Wanneer het teentje bruin is geworden wordt het verwijderd.
Nu wordt de olie stevig verhit [tot blauwe damp] en de eenden snel bruingebakken.
Vervolgens gaat [per eend] een half wijnglas rode bordeaux erbij; men stooft de eenden nu nog ongeveer 20 minuten.
Het gevogelte wordt vervolgens in mooie, flinke stukken getrancheerd.
In de braadjus brengt men nu: tijm, laurier, kruidnagels, peperbollen, mosterdmeel, gemberpoeder en zout.
De stukken eend gaan terug in de pan; deze wordt liefst luchtdicht gesloten [deksel bijvoorbeeld rondom afsluiten met een rand waterdeeg] en nog één tot anderhalf uur gestoofd.
Voor het opdienen wordt de saus gezeefd en over de stukken eend gegoten.
Notities / Tips / Wijnadvies
Dit recept is bruikbaar voor alle watervogels, dus eenden, smienten, pijlstaarten, talingen enz. In het bovenstaande wordt echter voor de eenvoud gesproken over eenden.
Erbij:
desgewenst: gepofte en gepelde kastanjes, goed heet!