Voorbereiden:

Zowel de filodeegbakjes als ragout kun je een dag eerder bereiden.

Bewaar de bakjes luchtdicht buiten de koelkast.

De ragout bewaar je afgedekt in de koelkast.

Warm deze op laag vuur op in een pannetje vlak voordat je gaat serveren.

Haal het filodeeg een uur van tevoren uit de vriezer en laat (in de verpakking) ontdooien.

Verwarm de oven voor op 160 ˚C.

Leg een vel filodeeg op je werkvlak, vet licht in met bakspray (of bestrijk met olie), leg er nog 2 vellen op die je beide invet.

Snijd daarna met een scherp mes in vieren zodat je 4 vierkanten krijgt.

Vet 4 muffinvormpjes in. Leg in ieder vormpje een filodeegvierkant en maak er een bakje van.

Druk de zijkanten en bodem stevig aan.

Zet de muffinbakvorm op het onderste rek van je oven en bak 20 minuten tot de bakjes goudbruin van kleur zijn.

Hou ze in de gaten en dek eventueel af met aluminiumfolie als ze te bruin dreigen te worden.

Smelt de boter op laag vuur in een pan.

Strooi de bloem erbij en bak daarna een aantal minuten in de boter terwijl je blijft roeren.

De bloem moet garen, maar niet bruin worden.

Schenk de witte wijn en bouillon er rustig bij terwijl je klopt met een garde.

De ragout zal nu gaan indikken.

Schenk er naar smaak nog een scheutje slagroom bij, maar maak de ragout niet te vochtig.

Proef en breng op smaak met peper.