Verwarm de oven voor op 175°C.
Verhit de olijfolie in een wijde ovenvaste pan en bak alles, behalve de tomaten, kort onder af en toe omscheppen.
Voeg de overige ingrediënten toe en zet de pan met het deksel erop 1 uur in de oven.
Eet het gerecht iets afgekoeld of warm met nog wat vers groen eroverheen.
Dit kan met brood, maar het past ook goed bij de eilandenschotel konijn in wijn: lagòs stin sálmi.
Bak 2 konijnenbouten, bestrooid met peper en zout, in een snelkookpan in 2 eetlepels olijfolie bruin.
Laat 2 kleingesneden sjalotjes en 1 uitgeperste teen knoflook even meedoen.
Schenk er 1½ dl droge witte wijn en 2 eetlepels citroensap bij en voeg 1 eetlepel tijmblad, 2 theelepels geraspte citroenschil en een laurierblad toe.
Kook onder druk 15 minuten of laat in een gewone pan met extra water 1 uur stoven.
Leg het konijn op de turlu en schenk de jus, ingekookt tot bodempje, erover.