Reinig de mosselen en venusschelpen grondig door ze meerdere keren onder koud stromend water af te spoelen.

Schil de aardappelen en snijd ze in kleine blokjes.

Snijd de sjalot in dunne plakjes en fruit deze in 2 eetlepels olijfolie totdat ze zacht zijn.

Voeg de aardappelblokjes en groentebouillon toe aan de sjalot.

Laat het geheel 20-25 minuten sudderen.

Plaats de zeevruchten in een pan met 1 eetlepel olijfolie en de witte wijn.

Kook met het deksel op de pan totdat de schelpen open zijn gegaan.

Haal ¾ van de zeevruchten uit de schelpen en bewaar de rest voor de garnituur.

Zeef het kookvocht van de zeevruchten en voeg het toe aan de aardappelen.

Pureer het mengsel en pas de smaak en consistentie aan volgens je voorkeur.

Voeg de bereide zeevruchten (zonder schelpen) toe aan de aardappelcrème.

Schep de crème in diepe borden.

Decoreer de borden met de overgebleven mosselen en venusschelpen, bestrooi met versgemalen peper en fijngehakte peterselie.

Werk af met een scheutje olijfolie.