Kook de aardappelen 10-15 minuten in een pan water met wat zout, tot ze zacht aanvoelen wanneer u er met een spies in prikt.
Klop intussen de ingrediënten voor de dressing (of doe ze in een pot met schroefdeksel en schud goed).
Breng nog een pan water met wat zout aan de kook.
Blancheer de doperwten en tuinbonen afzonderlijk 3 minuten, of tot ze zacht zijn.
Laat ze uitlekken, dompel ze in een kom ijskoud water en laat ze weer uitlekken.
Knijp de tuinbonen uit het velletje en gooi de velletjes weg.
Laat de gekookte aardappelen uitlekken in een vergiet en laat ze enigszins afkoelen.
Trek indien gewenst de schil eraf met een klein mesje; draag handschoenen om uw handen te beschermen.
Leg de nog warme aardappelen in een grote kom en meng de dressing erdoor.
Roer de doperwten en tuinbonen erdoor.
Proef en voeg indien nodig peper en zout toe.
Garneer met enkele takjes dille en serveer.