Laat de bosvruchten in 1 uur ontdooien.
Verwarm de oven voor op 175°C.
Verkruimel de biscuitjes in een keukenmachine.
Laat in een pan de boter zachtjes smelten en schep dit door de biscuitkruimels.
Doe het biscuitmengsel in de taartvorm en druk het met de bolle kant van een lepel aan.
Splits de eieren boven 2 kommen.
Klop in één kom de dooiers met de suiker, de roomkaas, de kwark en de citroenrasp tot een glad mengsel.
Klop in de andere kom de eiwitten stijf en spatel ze door het roomkaasmengsel.
Schep de helft van de bosvruchten door het roomkaasmengsel.
Schep het mengsel in de vorm en strijk het glad.
Bak de taart in het midden van de oven in ± 1 uur en 15 minuten gaar.
Laat de taart in de vorm afkoelen.
Week de gelatine ± 5 minuten in een kom met ruim koud water.
Breng in een pannetje 2 eetlepels water aan de kook.
Knijp de gelatineblaadjes goed uit en los ze, van vuur af, al roerend in het hete water op.
Schep de siroop en de rest van de bosvruchten door en laat de bosvruchtengelei in ± 15 minuten lobbig worden.
Schenk de bosvruchtengelei over de taart en laat de taart in de koelkast ± 3 uur opstijven.