Paddenstoelentaartjes met Marsalasaus
Ingrediënten
- 200 g bloem
- 175 g zachte boter
- 2 eetlepels rozemarijn
- 300 ml droge marsala
- ½ paddenstoelenbouillontablet
- 600 g paddenstoelenmelange in plakjes
- 150 g blauwaderkaas bijv. Fourme d'Ambert
- 50 g verbrokkelde pecannoten
- 1 eierdooier
- 37 g rucolasla
- Zout en peper naar smaak
Instructies
- Doe de bloem, 100 g boter, 1 eetlepel rozemarijn en een mespunt zout in een kom.
- Meng het geheel met je vingertoppen tot het lijkt op grof broodkruim.
- Voeg 2 eetlepels koud water toe en vorm het geheel met koele handen (of in de keukenmachine) tot een bal.
- Verpak de deegbal in folie en laat minstens 30 minuten rusten op een koele plek.
- Breng de marsala aan de kook en los de halve bouillontablet erin op.
- Laat de saus op middelhoog vuur tot de helft inkoken.
- Verhit 25 g boter in een grote pan en bak hierin de paddenstoelen met de rest van de rozemarijn al omscheppend.
- Breng op smaak met zout en peper.
- Verwarm de oven voor op 200°C.
- Rol het deeg uit tot vier rondjes met een doorsnede van 20 centimeter.
- Leg de rondjes op een bakplaat.
- Verdeel de blauwaderkaas, paddenstoelen en pecannoten in het midden van de deegrondjes, laat een randje vrij aan de buitenkant.
- Vouw de buitenkant van het deeg om de vulling, maar laat het midden open.
- Bestrijk de randjes van het deeg met eidooier en bestrooi eventueel met grof zeezout.
- Bak de taartjes in de oven in 30-35 minuten gaar en goudbruin.
- Snijd de rest van de boter in kleine blokjes.
- Verwarm de saus en roer de boter erdoor met een garde.
- Blijf roeren tot de boter gesmolten is.
- Breng op smaak met zout en peper.
- Leg elk taartje op een bord, schep de warme saus eromheen en garneer met rucola.