Plakjes bladerdeeg op aanrecht uitspreiden en in ca. 5 minuten laten ontdooien.
Uien pellen en in ringen snijden.
Boven kopje tijmblaadjes van takjes rissen.
In hapjespan 2 eetlepels olie verhitten.
Ui toevoegen en afgedekt in ca. 10 minuten zachtjes gaar smoren, regelmatig omscheppen. Intussen pruimen kleinsnijden.
In pan pruimen met wijn en honing aan de kook brengen en afgedekt ca. 10 minuten zachtjes laten sudderen (= rodewijnjus).
Korst van geitenkaas snijden.
Kaas verkruimelen.
Tomaatjes wassen en halveren.
Olijven halveren.
Helft van tijm door uien scheppen.
Vormpjes invetten.
Aanrecht bestuiven met bloem.
2 Bladerdeegplakjes halveren.
Half plakje op heel plakje leggen en samen uitrollen tot ronde lap van ca. 18 cm doorsnede.
1 Vormpje ermee bekleden.
Rand goed aandrukken, aan bovenkant teveel aan deeg naar binnen vouwen.
Andere vormpjes op dezelfde wijze bekleden.
Helft van geitenkaas over bodem verdelen.
Bestrooien met peper.
Uien op smaak brengen met zout en peper.
Op geitenkaas scheppen.
Rest van geitenkaas en tijm erover verdelen.
Garneren met olijven en tomaatjes.
Besprenkelen met rest van olie.
Boven pan jus zeven.
