Verwarm de oven voor op 180°C.
Vet een kleine ronde taartvorm (ongeveer 15-20 cm diameter) in en bekleed de bodem met bakpapier.
Klop de boter en suiker tot een luchtig mengsel.
Voeg één voor één de eieren toe en klop goed na elk ei.
Meng de bloem, bakpoeder en een snufje zout in een aparte kom.
Voeg het bloemmengsel geleidelijk toe aan het boter-suikermengsel en mix tot alles goed gecombineerd is.
Voeg het vanille-extract toe en meng nogmaals.
Giet het beslag in de voorbereide taartvorm en strijk de bovenkant glad.
Bak de taart gedurende 20-25 minuten of tot een tandenstoker er schoon uitkomt als je die in het midden steekt.
Laat de taart volledig afkoelen voordat je deze uit de vorm haalt.
Voor de topping/glazuur:
Verhit de slagroom in een pan tot net onder het kookpunt.
Haal van het vuur en voeg de witte chocolade toe.
Roer tot de chocolade volledig gesmolten en gemengd is.
Laat het glazuur enigszins afkoelen tot het iets dikker wordt, maar nog steeds vloeibaar genoeg is om over de taart te gieten.
Giet het glazuur over de bovenkant van de afgekoelde taart en laat het langs de zijkanten druipen voor een leuk effect.
Versier de taart met verse bessen of vruchten naar keuze.