Pel de garnalen: verwijder de kop en de schaal, maar laat de staart
vastzitten.
Maak op de rug van elke garnaal in de lengterichting een inkeping (niet
doormidden snijden), vouw de garnaal open en druk hem plat in de vorm
van een vlinder.
Haal de garnalen door een mengsel van bloem, peper en zout.
Schil de komkommer dun, snijd hem in 4 stukken en snijd die in de lengte
in reepjes.
Verwijder de steeltjes, de zaden en de zaadlijsten van de Spaanse pepers en
snijd het vruchtvlees in ringen.
Snijd de ui in dunne schijfjes en druk de ringen daaruit los.
Vermeng de tomatenpuree met de azijn en de suiker.
Maak een papje van het maïsmeel en het water en roer dit door het
tomatenpureemengsel.
Smelt de boter in de wok en bak de garnalenvlinders aan beide kanten
goudbruin.
Laat ze op keukenpapier goed uitlekken en houd ze warm.
Bak de komkommer, de ui en de Spaanse peper in de wok tot de ui glazig
wordt.
Giet er dan de saus bij en breng het aan de kook.
Breng op smaak met peper en zout.
Serveer met gekookte witte rijst.
Giet de saus over de rijst en schep de garnalen erop.
Garneer met 2 partjes citroen.
De garnalen mogen met de hand worden gegeten. Pak ze bij de staart.