Laat de zalm uitlekken, verwijder zorgvuldig alle graatjes en vellen, verdeel de zalm in stukken.
Snijd de champignons in plakjes en laat er in de bouillon even de kook over komen.
Laat de mierikswortel enkele minuten weken in citroensap.
Smelt de boter, roer de bloem erdoor en giet er geleidelijk en al roerend de bouillon en de room bij tot het geheel tot een dikke saus bindt.
Roer de plakjes champignons, de mierikswortel met citroensap en de stukjes zalm erdoor.
Verdun eventueel de saus met nog wat bouillon en room als deze te dik is.
Verwarm de pasteitjes in de oven en vul ze met de warme saus.
Versier eventueel met een plakje hardgekookt ei en wat peterselie.