Schil de komkommer, snijd hem in de lengte doormidden en verwijder de zaadjes met een koffielepel.
Snijd hem dan in fijne schijfjes en laat die, onder regelmatig mengen, 1 uur in 1 eetlepel zout marineren.
Schil de asperges, kook ze in gezouten water gaar (groene asperges ± 6, witte ± 18 minuten), houd de topjes apart en snijd de steeltjes in lange reepjes.
Maak de boontjes schoon en kook ze in kokend gezouten water gaar.
Snijd de uien in fijne schijfjes, laat die even in boter zweten en dan uitlekken.
Verwijder met een scherp mesje de blaadjes van de artisjokken, snijd het hooi weg en bestrijk de bodems met citroensap.
Roer een blanc (= een papje) van de bloem en de azijn.
Breng in een diep pannetje water aan de kook (de blanc kookt makkelijk over) en roer er de blanc door.
Kook de artisjokbodems hierin gaar.
Spoel ze af, laat ze uitlekken en snijd ze in juliënne.
Snijd het spek in blokjes, blancheer die, spoel ze koud en dep ze droog.
Bak ze dan in een klontje boter krokant en laat ze uitlekken.
Schil de paprika, snijd hem in fijne reepjes en kook die beetgaar.
Maak de veldsla, de rode sla en de krulandijvie schoon en droog ze.
Scheur de sla en de andijvie grof.
Doe het spek en de uiringen in een slakom en voeg er de mosterd, het citroensap en de dragon- en frambozenazijn aan toe.
Meng alle ingrediënten door elkaar, werk de vinaigrette op met de hazelnoot- en walnootolie en kruid met peper en zout.
Leg de slasoorten hierop, schik er vervolgens de gespoelde komkommermaantjes, de artisjokjuliënne, de schijfjes radijs, de aspergereepjes, de rode paprika en de tomaten op en meng alles luchtig met de vinaigrette.