Zet een kom met eidooiers en 75g suiker in een bak met warm water en klop gedurende 10 minuten tot een dikke, lichtgele en schuimige massa.

Voeg de kaneellikeur toe en klop nogmaals door.

Breng de witte wijn aan de kook en klop het eimengsel er straalsgewijs doorheen.

Laat op laag vuur licht binden tot een dunne vla zonder te koken.

Laat afkoelen en roer af en toe om.

Besprenkel de verkruimelde bitterkoekjes met amandellikeur.

Spatel het mengsel van bitterkoekjes en de stijfgeklopte slagroom door de vla.

Schep het mengsel in een kleine cakevorm en laat het 12 uur in de diepvriezer bevriezen.

Voor de karamelsaus: Verwarm 100g suiker met 2 eetlepels water in een pannetje totdat de suiker smelt.

Roer het overige water erdoor wanneer de suiker begint te kleuren.

Zet het vuur iets hoger en blijf roeren totdat een stroperige saus ontstaat.

Roer de hazelnoten erdoor.

Verwarm de kersen in hun eigen sap.

Snijd het kaneelijs in 8 dikke plakken en snijd uit elke plak grote ruiten.

Leg steeds 2 ijsruiten op een bordje, schep er wat karamelsaus overheen en voeg de uitgelekte warme kersen toe.