Was de appels en snij ze in 4 parten.
Haal het klokhuis eruit en snij de parten in kleine partjes.
Bestrooi de partjes met citroensap, suiker en kaneel.
Verwarm in een koekenpan wat boter.
Leg de partjes in de boter en laat ze op laag vuur ca 5 minuten smoren.
Tussentijds even de partjes omdraaien.
Was de rozijnen en zet ze daarna in wat appellikeur om te weken.
Hak de walnoten grof en bak ze in een pan met een beetje olie.
Klop de slagroom stijf met de suiker.
Voeg de pinda's en kokos bij de slagroom.
Strooi over de warme appels de rozijnen met de appellikeur, de walnoten en een schep slagroom
