Het varkensgehakt met de groene delen van de bosuitjes en de paddestoelen, de sojasaus, gember en de rijstwijn mengen.

Met vochtige handen 24 gehaktballetjes draaien en deze op bakpapier leggen.

Elk balletje in een wontonvelletje vouwen, de randen met koud water bestrijken en van elk velletje een driehoekje vouwen.

De randen stevig aandrukken.

De kippenfond in een pan aan de kook brengen.

Dan de kool toevoegen en 3 min. zachtjes koken.

Het roodgekookte varkensvlees toevoegen, het deksel op de pan leggen en de pan van het vuur nemen.

Water in een grote pan aan de kook brengen.

Als het kookt enkele wontons in het water leggen en 5 min. laten koken tot ze naar boven komen.

Alle wontons zo koken.

De wontons uit latn lekken en over vier soepkommen verdelen.

Elk kommetje met de warme soep en flink wat kool en varkensvlees vullen.

Garneer de soep met de witte delen van de bosuitjes en bestrooi met peper.