Haal de forelfilet en slagroom uit de koelkast en snijd de filet in kleine stukjes.

Pureer de forel met room en eiwit tot een gladde massa.

Breng op smaak met citroensap, zout en peper.

Zet de puree voor 1 uur in de koelkast om op te stijven.

Schil de asperges en snijd ze in stukken.

Breng water aan de kook met een beetje zout, suiker en 1 el boter.

Voeg de aspergeschillen toe en laat dit 20 minuten koken.

Giet het kookvocht door een zeef en gooi de schillen weg.

Vul het aspergevocht aan met melk en breng opnieuw aan de kook.

Voeg de aspergestukken toe en laat ze in 25 minuten gaar koken.

Laat de asperges uitlekken, bewaar 5 el van het kookvocht.

Smelt de boter in een pan, voeg de bloem toe en bak tot deze lichtgeel kleurt.

Voeg langzaam het bewaarde kookvocht toe aan de roux, roer goed door.

Voeg de aspergestukken toe en laat nog 5 minuten koken.

Klop de eidooiers met slagroom los en voeg dit mengsel toe om de soep te binden.

Verwarm kort door.

Vorm met een theelepel kleine balletjes van de forelpuree en pocheer deze 4 minuten in heet, maar niet kokend water.

Verdeel de forelballetjes over de soepkommen en giet de hete soep eroverheen.

Garneer met kervel, peterselie of bladselderij naar smaak.