Verwarm de oven voor op 200ºC.

Smelt de boter in een ruime diepe pan.

Voeg de bloem toe en laat het mengsel al roerende op een laag vuur ongeveer 2 minuten zachtjes garen.

Draai het vuur hoog en voeg de witte wijn en de helft van de bouillon toe en blijf roeren totdat het mengsel glad en gebonden is.

Roer beetje bij beetje de rest van de bouillon en de slagroom erdoor, laat de saus weer aan de kook komen, 3 minuten zachtjes laten koken.

Voeg de garnalen, de kappertjes en 3 eetlepels dille toe aan de saus en laat dit 2 minuten doorwarmen.

Zet ondertussen de pasteibakjes in de oven en laat ze in ongeveer 3 minuten goed warm worden.

Voeg zout en peper naar smaak aan de garnalenragout toe.

Verdeel de garnalenragout over de 4 warme pasteibakjes, bestrooi ze met de rest van de dille en serveer direct.