Snijd het vanillestokje open en schraap de zaadjes eruit (bewaar het stokje) en roer deze door de mascarpone. Zet dit gekoeld weg tot gebruik.

Laat op laag vuur de suiker oplossen in water. Doe het vanillestokje in de suikersiroop en laat /- 15 min. heel zachtjes koken op laag vuur, laat het daarna een beetje afkoelen.

Verwarm de oven voor op 200° C. Rol het bladerdeeg op het bakpapier uit op een bakplaat. Prik de lap om de 2 cm in met een vork, maar laat een rand van 2 cm vrij.

Houd van het limoenrasp iets achter voor garnering en verdeel de rest over het deeg.

Schil de mango’s en snijd het vruchtvlees in zo groot mogelijke stukken van de pitten. Snijd de stukken in dunne, smalle plakjes.

Beleg de taart dakpansgewijs met de mangoplakjes.

Bak de taart mooi goudbruin in /- 25 min. Bedruppel de taart met de vanillesiroop en strooi er de rest van het limoenrasp over.

Geef de vanillemascarpone erbij.