Snijd voor de bouillon de ui, de prei en de tomaten in kleine stukjes en stoof die, afgedekt, in een klontje boter 4 minuten op 650 Watt, 31½ minuut op 750 Watt of 3 minuten op 850 Watt.
Voeg de tijm, laurier, peperbollen, tomatenpuree en visbouillon toe en laat de soep op vol vermogen 30-40 minuten koken.
Meng intussen de olijfolie met de knoflook, het paprikapoeder, de cayennepeper en een snufje peper en zout en giet dit over de vis, zonder de mosselen, de garnalen en de langoestines.
Laat dit trekken, terwijl de bouillon kookt.
Zeef de bouillon na het koken.
Snijd de aardappelen in blokjes van 1½ cm, giet er 1½ dl van de bouillon over en zet dit, afgedekt, 10-15 minuten op vol vermogen.
Kook de mosselen tot ze open zijn, bestrooi ze met versgemalen peper en leg ze, afgedekt, 3½ minuut op 650 Watt, 3 minuten op 750 Watt, of 2½ minuut op 850 Watt in de magnetron.
Haal ze uit de schelp en houd 6 schelpen achter voor de garnering.
Schep de witte vis en de langoestines op de aardappelblokjes en giet er de rest van de hete bouillon over.
Zet de soep, onafgedekt, 8 minuten op 850 Watt, 8½ minuut op 750 Watt of 9 minuten op 650 Watt in de magnetron.
Controleer de gaarheid van de vis en de smaak van de soep.
Doe er de mosselen en de garnalen en wat Ricard bij en zet de schaal nog 1 minuut terug.
Verdeel de soep over 6 warme borden en garneer elk bord met 1 langoestine en 1 mossel in de schelp.
Werk af met peterselie of koriander.
Geef stokbrood bij; snijd dat in stukken, besmeer ze met boter, bestrooi met wat geperste look en rooster het brood dan onder de grill.