Week de rozijnen ca. 30 minuten in de likeur en laat ze uitlekken.
Doe de bloem met de citroenschil in een kom.
Maak in het midden een kuiltje.
Los de gist op in de melk.
Schenk dit mengsel in het kuiltje.
Voeg het losgeklopte ei, suiker, zout en 175 g gesmolten boter toe.
Roer alles door elkaar.
Kneed het in 10-15 minuten tot een glad soepel deeg.
Laat het deeg afgedekt ca. 20 minuten rusten.
Rol het dan uit tot een lap van 2 cm dik.
Verdeel de uitgelekte rozijnen, pijnboompitten en dadels erover.
Rol het deeg op en kneed nogmaals goed door.
Vorm het deeg tot een ovale vorm.
Laat het afgedekt ca. 30 minuten rijzen.
Meng de amandelspijs met de eierdooier.
Vorm hiervan een rol.
Druk een deegrol in de lengte in het deeg.
Rol één helft van het deeg uit tot een platte lap.
Leg hierop het amandelspijs en vouw het uitgerolde stuk over de spijs.
Druk het brood dicht.
Vorm er een ovale stol van en leg die op de bakplaat.
Laat het brood onder een doek 2-2½ uur rijzen.
Verwarm de oven voor op 180 graden C.
Bak het brood midden in de oven in 50-60 minuten lichtbruin en gaar.
Bestrijk de warme stol met 50 g gesmolten boter.
Rol hem in aluminiumfolie en laat hen afkoelen.
Bestrooi de stol met poedersuiker.
Serveer hem in plakken met roomboter.