Visitandine
Instructies
- Een rond taartje in de vorm van een schuitje, waarvan het deeg veel eiwit bevat en verder fijngemalen amandelen, boter en suiker.
- Soms wordt de bovenkant na het bakken bestreken met abrikozenjam en daarna met suikerglazuur met Kirsch.
- Deze taartjes zijn oorspronkelijk het product van kloosters en zijn bedacht om overgebleven eiwitten te gebruiken.
- Vermeng 500 gr suiker met 500 gr amandelpoeder en 150 gr gezeefde bloem.
- Voeg er beetje bij beetje 12 eiwitten aan toe en werk ze er grondig door met op het laatst 750 gr gesmolten, nauwelijks nog warme boter.
- Meng er tenslotte 4 zeer stijfgeklopte, in de koelkast gekoelde eiwitten door.
- Beboter de vormpjes voor deegschuitjes en vul ze, met behulp van een spuitzak met grote gladde spuitmond, met kleine hoeveelheden van het beslag.
- Zet ze in een op 220°C voorverwarmde oven tot de gebakjes goudgeelgekleurd en vanbinnen zacht zijn.