Klem de oesters met de bolle kant naar beneden tussen een dubbele doek en steek voorzichtig een oestermes aan de dikke kant tussen de schelpen.

Beweeg het oestermes voorzichtig heen en weer totdat de sluitspier doorgesneden is.

Open de oester met de platte kant naar boven en snijd ook de sluitspier aan de onderkant van de oester door, zodat de oester los in de schelp ligt.

Vang het vocht op.

Neem de oesters uit de schelp en zeef het oestervocht door een schone theedoek en vang dit op in een pannetje.

Verwarm het oestervocht (zorg dat het niet kookt).

Leg de helft van de oesters gedurende 30 seconden in het vocht en neem ze vervolgens met een schuimspaan eruit.

Herhaal met de rest van de oesters.

Zeef het oestervocht nogmaals door een schone theedoek.

Wikkel de ijsklontjes in een schone theedoek en sla het ijs fijn met een deegroller of hamer.

Leg het fijngemaakte ijs op een schaal.

Druk de onderkant van de oesterschelpen in het ijs, leg de oesters erin en lepel voorzichtig het oestervocht erover.

Strooi de fijngeknipte dille en versgemalen peper erover.