Bak de ongepelde knoflooktenen in de reuzel of het ganzevet tot ze zacht zijn (zonder ze te laten kleuren).
Leg het brood intussen in de op 150°C voorverwarmde oven tot de sneetjes lichtbruin en krokant zijn.
Schep de knoflooktenen uit het vet, wrijf ze door een fijne zeef en vang de pulp in een soeppan op.
Voeg de bouillon toe, breng aan de kook en laat de soep 10-15 minuten zachtjes koken.
Roer de dooiers met de slagroom los, voeg een deel van de hete soep toe en giet het mengsel bij de rest van de soep; laat het geheel nog even doorwarmen (maar niet meer koken!) en breng de soep op smaak met zout en peper.
Leg de gedroogde sneetjes brood in diepe borden, schep de soep erover en dien op.