Materialen: Koekenpan

Pel en snipper de uien.

Maak de champignons schoon en snijd ze in kwarten en plakjes.

Verhit de helft van de boter in een koekenpan en bak de champignons zo’n 6 minuten.

Bestrooi ze met wat zout en peper en houd ze warm.

Veeg de pan schoon en verhit de rest van de boter met de olie.

Bestrooi de karbonades met zout en peper en bak ze in 4 à 5 minuten per zijde mooi bruin.

Verlaag het vuur en laat ze nog een minuut of 10 nagaren.

Haal de karbonades uit de pan en houd warm.

Fruit de ui in dezelfde pan en voeg de tomatenpuree toe.

Voeg de Madera en de kalfsfond toe.

Voeg de champignons toe en laat 5 minuten inkoken.

Proef en breng eventueel nog verder op smaak met wat zout en peper.

Zoek alle ingrediënten bij elkaar.

Pel en snipper de ui.

Pel de knoflook en hak fijn.

Snijd de tomaat in blokjes.

Maak de paprika schoon en snijd in smalle reepjes.

Verhit de helft van de olijfolie in een hapjespan en fruit de ui.

Voeg de paprikareepjes en tomatenpuree toe.

Voeg de sambal, gehakte tijm en wat komijn toe.

Voeg de visbouillon toe en laat, op laag vuur, inkoken.

Voeg de tomatenblokjes toe en breng op smaak met wat zout en peper.

Laat een kwartiertje zachtjes koken.

Bak ondertussen in een koekenpan de kabeljauwfilets in de rest van de olie.

Verdeel over de borden.

Zet alle ingrediënten klaar.

Pel en snipper de sjalotjes.

Haal de kabeljauwfilets door de bloem.

Klop de overtollige bloem van de vis af.

Verhit 1 el olie met 1 el boter in een koekenpan.

Fruit de helft van de sjalotjes.

Bak dan de kabeljauwfilets aan beide kanten.

De baktijd is afhankelijk van de dikte van de vis.

Haal de vis met de sjalotten uit de pan en houd warm onder aluminiumfolie.

Verhit de rest van de olie en boter in de koekenpan en fruit de rest van de sjalotjes.

Voeg de garnalen toe.

Strooi de kerrie over de garnalen en laat de kerrie even meebakken zodat deze zijn smaak kan afgeven.

Blus af met de visbouillon.

Voeg de room toe, roer alles goed door elkaar en laat wat inkoken.

Verdeel de vis over de borden.

Leg de garnalen op de vis en schenk er wat saus over.

Zet alle ingrediënten klaar.

Meng in een bord de kurkuma met het bloem.

Breek in een tweede bord het ei.

Doe hier een beetje zout en peper bij en klop goed los.

Doe in een derde bord het sesamzaad.

Haal de filets als eerste door de bloem.

Klop het teveel aan bloem af.

Haal dan de filets door het ei.

Laat het teveel aan ei eraf lekken of strijk het eraf.

Haal tenslotte de filets door het sesamzaad.

Druk goed aan zodat de filets geheel bedekt zijn.

Verhit een scheut olie in een koekenpan op middelhoog vuur en bak de filets aan beide kanten. Verdeel over de borden en besprenkel ze met wat citroensap en sesamolie.

Garneer met de basilicumblaadjes.