gecontroleerd

• Verwarm de oven voor op 200°c
• Snijd de plakjes deeg elk in 4 vierkantjes.
• Bekleed de holletjes van de muffinvorm met deeg en druk het deeg goed tegen de rand. 2.
• Doe de ontdooide spinazie in een zeef en druk er zo veel mogelijk vocht uit. 3.
• Klop in kom de eieren met tapenade, kaas, slagroom en naar smaak peper los.
• Roer de spinazie er met een vork door, tot alles een mooi egaal mengsel is. 4.
• Vul de taartjes met het spinaziemengsel.
• Zet de vorm op het rooster in het midden van de oven en bak de taartjes in ca. 15 min. goudbruin en gaar.

• Snijd de gele schil dun van de citroen.
• Was de inmaakpot goed om.
• Stop de vruchten met de suiker en de citroenschil in de pot en schenk er de brandewijn op.
• Sluit de pot en laat hem minstens 6 weken op een donkere plek staan.
• Schud de pot regelmatig.
• Serveer de rode vruchten in glaasjes met een klein lepeltje.

• Week de gedroogde paddenstoelen 10 min. in 150 ml heet water.
• Neem de paddenstoelen uit het water en hak ze fijn.
• Zeef het weekvocht boven de bouillon.
• Breng de bouillon aan de kook en houd hem tegen de kook aan.
• Verhit 2 el olie in een ruime hapjespan of kleine braadpan en fruit hierin de ui in 4 min. zachtjes glazig.
• Voeg de rijst toe en bak de korrels al roerend 1 min. met de ui mee.
• Schenk de wijn in de pan en breng alles al roerend aan de kook.
• Laat alles zachtjes koken tot de wijn door de rijst is opgenomen.
• Voeg een soeplepel bouillon toe en laat de rijst zachtjes koken tot het vocht is opgenomen.
• Roer af en toe.
• Herhaal dit tot alle bouillon gebruikt is.
• Dit duurt ca. 20 minuten.
• Voeg halverwege de kooktijd de knolselderij en geweekte paddenstoelen toe.
• Verhit de rest van de olie in een koekenpan en bak de plakken portobello op hoog vuur al omscheppend mooi bruin, laat het vocht verdampen.
• Strooi er zout en peper over.
• Neem de pan van het vuur en roer de boter, geraspte kaas, peterselie en naar smaak peper door de risotto.
• Leg een deksel op de pan en laat de risotto nog 3 min. staan.
• Verdeel de risotto over 4 (warme) diepe borden en leg de plakken portobello en kaaskrullen erop.

• Breng in een pan 1 ¼ liter water aan de kook en los de bouillontabletten erin op. Houd de bouillon op een zacht vuur tegen de kook aan.
• Verhit intussen 2 el olie in een hapjespan of kleine braadpan.
• Fruit hierin de ui in 4 min. zachtjes glazig.
• Voeg de bleekselderij en knoflook toe en fruit alles samen nog zachtjes 3 minuten. Verkruimel de chilipeper boven de pan.
• Voeg de rijst toe en bak de korrels al roerend 1 min. mee.
• Schenk de wijn in de pan en breng alles al roerend aan de kook.
• Laat alles zachtjes koken tot de wijn door de rijst is opgenomen.
• Voeg een soeplepel bouillon toe en laat de rijst weer zachtjes koken tot het vocht is opgenomen.
• Herhaal dit toevoegen van de bouillon tot alle bouillon gebruikt is.
• Dit duurt ca. 20 minuten.
• Proef of de rijstkorrels zacht zijn, maar nog wel een lekkere beet hebben.
• Zijn de korrels nog iets te hard, kook de rijst dan nog zachtjes enkele minuten.
• Neem de pan van het vuur en roer de boter, kaas en naar smaak peper erdoor.
• Leg een deksel op de pan en laat de risotto nog 3 min. staan.
• Verhit tijdens het koken van de risotto de resterende 3el olie in een ruime koekenpan met antiaanbaklaag en bak hierin de bloemkool op middelmatig hoog vuur goudbruin aan.
• Draai het vuur laag en bak de roosjes in ca. 12 min. gaar.
• Bestrooi ze met wat zout en peper.
• Verdeel de risotto over 4 warme diepe borden en schep de bloemkoolroosjes erop. Lekker met groene salade met een pestodressing.

• Maak de makreel schoon: trek het vel weg en neem het visvlees van de graat. Verwijder kleine graatjes.
• Leg de stukken visvlees in een diep bord en trek ze met twee vorken uit elkaar. Meng het visvlees met de wijn, boter en tijm en voeg zout, peper en nootmuskaat
• naar smaak toe.
• Schep het makreelmengsel in 4 kleine potjes of kommetjes, strijk de bovenkant glad en zet de potjes met rillettes minstens 1 uur in de koelkast.
• Rooster de sneetjes brood en snijd ze elk in 4 driehoekjes.
• Zet de potjes met makreelrillettes op borden en leg de driehoekjes brood, augurkjes en olijven ernaast.

Voorbereiden:

• Bestrooi de ribeyes met zout en peper.
• Verhit de olie in een koekenpan en bak de ribeyes op middelhoog vuur aan elke kant ca. 2½ minuut.
• Leg de stukken vlees op een plank, dek ze losjes af met een stukje aluminiumfolie en laat het vlees minimaal 20 min. rusten en afkoelen tot kamertemperatuur.
• Pluk de blaadjes van de takjes peterselie.
• Hak de peterselie en knoflook samen fijn en schep het in een kommetje.
• Rasp de oranje schil van de sinaasappel boven de peterselie en schep de geraspte schil erdoor.

Bereiden:

• Snijd de ribeyes met een scherp mes in dunne plakken en leg ze dakpansgewijs op een groot bord.
• Druppel eerst de olijfolie over het vlees en strooi er dan de gremolata over.

Voorbereiden:

• Snijd het vanillestokje open.
• Breng in een pan 50 ml water aan de kook.
• Laat het vanillestokje ca. 10 min. in het water trekken.
• Schraap het merg boven het vocht uit het vanillestokje.
• Breng het vocht opnieuw aan de kook en los er 3 el suiker in op.
• Laat dit suikerstroopje afkoelen.
• Klop in een kom de slagroom stijf.
• Spatel het suikerstroopje en de Griekse yoghurt erdoor.
• Laat de room in de koelkast heel koud worden.
• Maak de rabarber schoon en snijd de stengels in stukken van ca. 2 cm.
• Bereiden
• Verhit de boter in een wok of hapjespan en roerbak de rabarber ca. 3 minuten. Strooi de resterende 3 el suiker erover en laat deze even karameliseren.
• Schenk de likeur erbij en verwarm het geheel nog ca. 2 minuten.
• Schep de rabarber in vier schaaltjes en schep de vanilleroom erop.
• Strooi de stukjes aardbei erover.

• Verwarm de oven voor op 225°c
• Halveer de pruimen, verwijder de pit en snijd de pruimen in parten.
• Bekleed de bakplaat met bakpapier en leg het deeg op het bakpapier.
• Laat een rand van ca. 2 cm vrij.
• Bestrooi de pruimen met de poedersuiker en verdeel de botervlokjes over de pruimen.
• Schuif de bakplaat iets onder het midden in de oven en bak de taart 15 minuten.
• Hak intussen de pecannoten fijn en verkruimel de limoenkoekjes.
• Meng ze samen.
• Neem de taart uit de oven, strooi de koek-notenkruimels over de pruimen en bak de taart in nog ca. 5 min. gaar.
• Serveer de taart lauwwarm.

Voorbereiden:

• Boen de aardappeltjes eventueel schoon.
• Halveer de aardappeltjes en snijd grotere exemplaren in kwarten.
• Kook de aardappeltjes in water met zout in ca. 8 minuten gaar.
• Roerintussen de ui en de azijn door elkaar en marineer de ui 5 minuten in de azijn. Voeg de knoflook, olie, majoraan en naar smaak zout en peper toe aan de azijn en klop alles met een garde tot het dik is.
• Giet de aardappeltjes in een vergiet af en schep de warme aardappeltjes met de uitgelekte olijvenplakjes door de dressing.
• Laat de smaken op kamertemperatuur ca. 1 uur intrekken.

Nabereiden

• Schep de aardappeltjes warm door de dressing, dan trekt deze er lekker in.

• Rasp de gele schil dun van de citroen.
• Pers de vrucht uit.
• Breng in een pannetje de room met de suiker al roerend aan de kook.
• Kook de room 1 min. heel zachtjes en neem het pannetje van het vuur.
• Roer de rasp en sap van de citroen door de room.
• Schenk de room in 4 kleine glaasjes en laat de room in de koelkast in 2 uur opstijven.
• Breng in een steelpan 150 ml water met de geleisuiker aan de kook, voeg het grapefruitsap toe en kook de gelei al roerend zachtjes 4 minuten.
• Verdeel de gelei over 4 kleine glaasjes en laat ze ook in de koelkast 2 uur opstijven.
• Schil de sinaasappels met een scherp mes tot op het vruchtvlees.
• Al het wit moet eraf zijn.
• Snijd de partjes tussen de vliezen uit.
• Schep in een kom de partjes sinaasappel met het limoensap om.
• Verdeel de sinaasappel ook over 4 glaasjes en zet ze ook 2 uur in de koelkast.
• Zet de glaasjes op een groot bord en serveer er een lange lepels bij.