Recepten

• Verwarm de oven voor op 200°C.
• Zeef bloem, wijnsteenzuur, zuiveringszout en 1 theelepel kaneel in een kom.
• Roer het zout erdoor.
• Klop in een andere kom de boter en 150 gram suiker romig.
• Roer het ei erdoor.
• Kneed het bloemmengsel door het botermengsel tot een glad deeg.
• Wikkel het deeg in aluminiumfolie en laat 30 minuten opstijven in de koelkast.
• Meng de overgebleven suiker met 1 theelepel kaneel.
• Vorm balletjes van het deeg en rol ze door de kaneelsuiker.
• Leg ze met 5 cm tussenruimte op een bakplaat met bakpapier.
• Druk de koekjes iets plat met een vork.
• Bak de koekjes 10 tot 12 minuten.
• Laat ze 5 minuten afkoelen op de bakplaat.
• Bewaar maximaal 5 dagen in een goed afgesloten trommel.

Variaties:

• Voeg aan het basisdeeg 75 gram rozijnen toe.
• Voeg aan het basisdeeg 2 theelepels vanille-essence en 75 gram pure chocoladedruppels toe.
• Voeg aan het basisdeeg 3 eetlepels fijngehakte gekonfijte gember toe.

• Verwarm de oven voor op 160°C.
• Vet twee bakplaten in of bekleed ze met bakpapier.
• Klop de boter met de poedersuiker tot een bleke, luchtige massa.
• Voeg de eidooiers, citroenrasp en vanille toe en meng goed.
• Zeef de bloem met het bakpoeder en meng dit met de polenta.
• Spatel het bloemmengsel door het botermengsel tot een samenhangend deeg.
• Vorm lange rollen van 1 cm dik en snijd in stukken van 10 cm.
• Vorm van elk stuk een halve maan.
• Leg de koekjes met 5 cm tussenruimte op de bakplaten.
• Bak de koekjes in 15 minuten lichtbruin.
• Laat de koekjes afkoelen op een rooster.
• Bewaar ze 5 tot 7 dagen in een afgesloten trommel.

• Zeef de bloem met het zuiveringszout.
• Klop in een andere kom de boter met beide soorten suiker licht en romig.
• Vermeng het ei met het bloemmengsel, de pindakaas en het zout.
• Klop dit mengsel door het botermengsel.
• Verpak het deeg in aluminiumfolie en leg het minstens 2 uur, liefst een nacht, in de koelkast.
• Verwarm de oven voor op 160ºC (gasstand 2).
• Vorm balletjes van ongeveer 2 cm doorsnee van het deeg.
• Leg de deegballetjes op 5 cm afstand van elkaar op een bakplaat.
• Druk ze met een vork iets platter.
• Bak de koekjes in 15 minuten goudbruin.
• Neem de bakplaat uit de oven en laat de koekjes afkoelen.
• Bewaar maximaal 5 dagen in een goed gesloten trommel.

• Verwarm de oven voor op 180ºC (hetelucht 160ºC).
• Vet de muffinvormen in.
• Zeef de bloem in een kom.
• Meng de boter met de bloem tot het op broodkruimels lijkt.
• Vorm hiervan een bal op een met bloem bestoven werkblad.
• Rol het deeg uit tot een lap van 3 mm dik.
• Steek er 5-6 cm grote rondjes uit.
• Druk deze in de muffinvormen.
• Hak de noten grof en rooster ze in 2-3 minuten goudbruin op een bakplaat.
• Laat de noten afkoelen.
• Verdeel de noten over het deeg in de muffinvormen.
• Meng de gesmolten boter, suikerstroop en bruine suiker in een kom.
• Roer goed door.
• Giet wat van het mengsel over de noten in elk vormpje.
• Bak de taartjes in 15 minuten goudbruin.
• Laat ze 5 minuten afkoelen in de vorm.
• Bestrooi eventueel met poedersuiker voor het serveren.

• Verwarm de oven voor op 175°C.
• Smelt de boter in een pan.
• Roer de koekkruimels en suiker door de gesmolten boter.
• Druk het mengsel uit over de bodem van een met aluminiumfolie beklede bakvorm van 20×20 cm.
• Strooi de pecannoten over de koekbodem.
• Bak de bodem 10 minuten in de oven.
• Haal de vorm uit de oven, maar laat de oven aanstaan.
• Verdeel de marshmallows en chocoladedruppels over de warme bodem.
• Zet de vorm opnieuw 10 minuten in de oven tot de marshmallows zijn gesmolten.
• Laat de koek volledig afkoelen in de vorm.
• Snijd in blokjes en haal de koekjes uit de vorm.
• Bewaar luchtdicht tot 4 dagen.

• Verwarm de oven voor op 190°C.
• Klop de boter met de suiker romig.
• Voeg het ei en de vanille-essence toe en klop door.
• Zeef de bloem, bakpoeder, zuiveringszout, zout en koffiepoeder.
• Meng de droge ingrediënten door de botermassa.
• Schep de chocoladedruppels erdoor.
• Rol balletjes van het deeg.
• Leg de balletjes op de bakplaat met 5 cm tussenruimte.
• Druk de balletjes met de vingertoppen iets plat.
• Bak de koekjes 8 tot 10 minuten in het midden van de oven.
• Laat de koekjes 5 minuten afkoelen op de bakplaat.
• Bewaar luchtdicht tot 5 dagen.

• Verwarm de oven voor op 175ºC (gasstand 2-3).
• Smelt de chocolade au bain-marie of voorzichtig in de magnetron.
• Klop de eiwitten met het wijnsteenzuur tot zachte pieken ontstaan.
• Voeg een derde van de suiker toe en klop een minuut door.
• Doe de helft van de resterende suiker erbij en klop tot stijve pieken.
• Spatel de overgebleven suiker erdoor.
• Vouw de chocolade, vanille en noten voorzichtig door het beslag.
• Schep het beslag met een lepel in hoopjes op bakpapier, met 4 cm tussenruimte.
• Bak de koekjes 10 tot 12 minuten tot de bovenkant gebarsten is en de koekjes stevig aanvoelen.
• Laat de koekjes afkoelen op een rooster met bakpapier eronder.
• Bewaar maximaal 3 dagen in een goed afgesloten trommel.

• Maal de hazelnoten fijn in de foodprocessor.
• Voeg bloem, kristalsuiker, zout, kaneel, kruidnagelpoeder en boter toe en pulseer tot een kruimelig deeg.
• Voeg de citroenrasp toe en meng tot een samenhangend deeg.
• Druk het deeg plat, verpak in aluminiumfolie en laat 30 minuten opstijven in de koelkast.
• Verwarm de oven voor op 175ºC (gasstand 2-3).
• Rol het deeg uit op een bebloemd werkvlak tot 3 mm dikte.
• Steek koekjes uit met een koekjessteker, zorg voor gelijke aantallen van elk model.
• Leg de helft van de koekjes op een bakplaat en steek in het midden een rondje uit.
• Bak de koekjes 8–10 minuten, laat ze afkoelen.
• Schep een lepeltje jam op de hele koekjes en druk er een koekje met opening op.
• Bestuif de koekjes met poedersuiker.
• Bewaar gevulde koekjes maximaal 2 dagen, ongevulde een week.

• Verwarm de oven voor op 190ºC (gasstand 3-4).
• Meng 4 eetlepels bloem met de zeer fijne kristalsuiker en gist.
• Roer het warme water erdoor tot een glad mengsel ontstaat.
• Dek af en laat 5 minuten rusten op een warme plaats.
• Meng het gistmengsel, de resterende bloem, zout en boter tot een deeg.
• Kneed het deeg 5 minuten op een met bloem bestoven werkvlak.
• Leg het deeg in een ingevette kom en dek af.
• Laat het 30 minuten rijzen op een warme plaats.
• Verdeel het deeg in 24 porties.
• Rol elk stuk tot een streng en vorm een krakeling.
• Leg de krakelingen op een ingevette bakplaat.
• Roer de eidooier los met 1 eetlepel water.
• Bestrijk de krakelingen met het eimengsel.
• Bestrooi met grove kristalsuiker.
• Bak 10 minuten tot ze goudbruin zijn.
• Laat afkoelen op een rooster.
• Bewaar maximaal 3 dagen in een goed afgesloten trommel.

Variaties:

• Krakelingen met sinaasappel & karwij: Voeg na het rijzen 2 theelepels karwijzaad en 2 eetlepels fijngehakte gekonfijte sinaasappel toe.
• Krakelingen met chocoladedruppels: Voeg na het rijzen 75 gram pure chocoladedruppels toe.
• Gekruide krakelingen: Voeg na het rijzen 1 theelepel gemalen piment en 1 theelepel gemberpoeder toe.