• Verwijder de staarten van de langoustines en hak de koppen in stukken.
• Maak de prei, wortel, knolselderij en ui schoon en snijd deze in brunoise.
• Snijd de sinaasappel in stukken.
• Pel de staarten en leg het staartvlees in de koeling.
• Verwarm wat olijfolie in een pan en zweet de groenten en ui aan.
• Voeg de gehakte langoustinekoppen toe en verhit goed mee.
• Voeg de tomatenpuree toe en verhit deze al roerende mee.
• Blus af met cognac en witte wijn, breng aan de kook.
• Voeg de sinaasappel, thijm en laurier toe.
• Giet de visfond op de massa, breng opnieuw aan de kook en laat een uur zachtjes trekken.
• Passeer de bisque en breng opnieuw aan de kook.
• Roer al roerende rijstebloem door de kokende bisque tot de massa licht gebonden is.
• Breng op smaak met zout en peper.
• Verwarm de staarten 1 minuut in boter en laat ze uitlekken op keukenpapier.
• Klop de room stijf met zout en peper.

Dresseren:

• Schep een quenelle room in het midden van de borden.
• Leg de staarten erop en garneer met sakuracress.
• Schenk de bisque aan tafel in.

• Hak de krabben in stukken.
• Maak de prei en venkel schoon en snijd ze in blokjes van 5 mm.
• Maak de knoflook schoon en kneus de peperkorrels.
• Verhit olijfolie in een pan en bak de krab tot deze begint te kleuren.
• Voeg de prei, venkel, knoflook, peperkorrels, thijm, laurier en koriander toe en bak het even mee.
• Voeg de tomatenpuree toe en bak dit 3 minuten mee.
• Blus af met cognac en witte wijn, breng aan de kook en voeg de visbouillon en het water toe.
• Breng het geheel opnieuw aan de kook, schuim af en laat op laag vuur 1 uur trekken.
• Passeer de bouillon door een zeef en reduceer de vloeistof tot 3 liter.
• Bind de bisque met wat rijstemeel en breng op smaak met zout en peper.

Garnituur:

• Snijd de korsten van het brood en snijd het kruim in blokjes van 1/2 cm.
• Bak de blokjes brood in ruim boter tot ze goudbruin en krokant zijn, laat ze uitlekken op keukenpapier.
• Snijd de krab in stukken en verdeel deze samen met de croutons over de soepkoppen.
• Breng de bisque opnieuw aan de kook.
• Verdeel de soep over de hete soepkoppen en garneer met geplukte kervel.

• Klop de eiwitten stijf met een snufje zout een dag voor het serveren.
• Voeg de suiker toe en klop goed op totdat het mengsel stevig is.
• Voeg de eierdooiers één voor één toe en klop goed door.
• Zeef de bloem, het aardappelzetmeel en het bakpoeder boven het mengsel en meng voorzichtig tot een homogeen beslag.
• Giet het beslag in een ingevette taartvorm en bak gedurende 45 minuten in een voorverwarmde oven op 160°C.
• Ontvorm de biscuit direct na het bakken en laat afkoelen op een rooster.
• Snijd de taart de volgende dag horizontaal doormidden.
• Bestrijk de snijvlakken royaal met confituur en slagroom.
• Zet de twee helften weer op elkaar en bestrijk de bovenkant van de taart rijkelijk met slagroom.
• Werk de taart af met hagelslag en vers fruit naar keuze.

BISCUIT:

• Klop het eiwit tot volledig volume en voeg de suiker al kloppende toe.
• Spatel de poedersuiker en het amandelpoeder erdoor.
• Strijk het beslag uit op een siliconenmat op een bakplaat.
• Bak het biscuit op 175°C gedurende 20 minuten en laat het afkoelen.
• Steek 15 ovale plakken uit het biscuit.

GANACHE:

• Breng de room, glucose en suiker aan de kook.
• Voeg van het vuur af de couverture chocolade toe en roer totdat deze is opgelost.
• Roer de boter door en laat afkoelen.

BAVAROIS:

• Splijt het vanillestokje en voeg dit samen met de suiker bij de abrikozenpuree.
• Breng het geheel aan de kook en laat het 20 minuten trekken.
• Verwijder het vanillestokje, schraap het merg eruit en voeg het toe aan de puree.
• Week de gelatine in koud water.
• Klop de room bijna stijf.
• Roer de geweekte gelatine door de warme abrikozenpuree en laat deze afkoelen in een kom op ijswater.
• Spatel de geklopte room door de puree.
• Schep de bavarois in natgemaakte vormen en zet koud om op te stijven.

AMANDELKOEKJES:

• Meng de amandelen met de desicroque en strooi dit op een siliconenmat.
• Bak op 190°C tot goudbruin en laat afkoelen.

DRESSEREN:

• Klop de ganache luchtig met een mixer.
• Spuit een laag ganache op de middelste plakken van de dacquoise.
• Zet de dacquoise midden op de borden.
• Verwijder de bavarois uit de vorm en zet deze bovenop de ganache.
• Garneer met een amandelkoekje, een takje mint en bestuif met poedersuiker.

• Klop de eiwitten met het water tot het licht stijf is.
• Voeg de suiker geleidelijk toe en blijf kloppen totdat het mengsel stevig is.
• Voeg de eidooiers één voor één toe terwijl je op lage snelheid blijft kloppen.
• Zeef de zelfrijzende bloem en aardappelmeel en spatel deze voorzichtig door het mengsel.
• Giet het beslag in een springvorm die je hebt ingevet en bebloemd.
• Bak de biscuit 45 minuten op 180°C.
• Controleer met een priem; als deze er droog uitkomt, is de biscuit klaar.
• Laat de biscuit afkoelen en versier naar eigen smaak.

• Meng de tutti frutti met de honing goed door elkaar.
• Meng alle ingrediënten voor het gehakt goed door elkaar en voeg paneermeel toe totdat je een samenhangende massa hebt.
• Verdeel het gehakt in 4 gelijke delen en maak er ballen van.
• Druk de ballen iets plat en schep er wat tutti frutti-mengsel op.
• Vouw het gehakt om de vulling heen en rol de ballen opnieuw tot een mooie vorm.
• Haal de ballen nog even door wat paneermeel en bak ze goudbruin in een beetje olie.
• Blus de gehaktballen af met wat water en sudder ze 15-20 minuten tot ze gaar zijn.
• Serveer de gehaktballen als bijgerecht of als onderdeel van een maaltijd.

• Meng de botermelk, suiker, zelfrijzende bloem, geraspte kokosnoot, suiker en eieren goed door elkaar.
• Vet een bakblik in en giet het deeg erin.
• Meng 1 tas suiker met 2 tassen geraspte kokosnoot en verdeel het mengsel gelijkmatig over het deeg.
• Bak de cake in een voorverwarmde oven op 175°C voor ongeveer 35 minuten, of totdat de cake goudbruin is.
• Laat de cake gaar worden en test met een satéprikker.
• Schep de gesmolten boter voorzichtig over de nog warme cake.
• Laat de cake afkoelen voordat je hem serveert.
• Geniet van deze heerlijke Duitse Bijensteek!

• Kook de witte kool in een braadpan met weinig water beetgaar.
• Laat de zuurkool uitlekken in een vergiet.
• Meng de zuurkool, laurierblaadjes en peperkorrels door de witte kool.
• Leg het zuurkoolspek bovenop de kool en laat het geheel ca.
• 15 minuten stoven tot de kool en het spek gaar zijn.
• Voeg indien nodig wat water toe.
• Schep de kool af en toe om, maar laat het spek bovenop liggen.
• Haal het spek uit de pan, laat iets afkoelen en snijd in blokjes.
• Verhit de boter in een koekenpan en bak de speklapjes ca.
• 15 minuten op laag vuur.
• Snijd de uien in ringen en de worst in blokjes.
• Veeg de paddenstoelen schoon en halveer de grote exemplaren.
• Haal de speklapjes uit de pan, snijd in stukjes en zet apart.
• Bak de uien in het bakvet ca.
• 2 minuten glazig.
• Verhoog het vuur en voeg de paddenstoelen toe.
• Bak het geheel ca.
• 3 minuten al omscheppend.
• Meng het paddenstoelenmengsel en vlees door de kool.
• Voeg de rode wijn toe en laat de jachtschotel onafgedekt ca.
• 10 minuten zachtjes koken.
• Serveer met gekookte krieltjes.

• Was, schil en schaaf de bietjes.
• Smelt de boter in een magnetronschaal op HOOG (100%) gedurende 30 seconden.
• Snijd de ui in kleine stukjes en voeg deze toe aan de boter.
• Laat de ui 3 minuten op HOOG (100%) in de magnetron glazig koken.
• Voeg de geschaafde bietjes, azijn, suiker en kruidnagelpoeder toe aan de ui en roer goed door.
• Dek de schaal af en kook de bietjes 5 minuten op HOOG (100%) in de magnetron.

• Gebruik alleen de groene bladeren van de paksoi en meng deze met wat wijnazijn.
• Snijd de bietjes en rode ui fijn en meng ze met wat azijn naar smaak.
• Snijd de zalm in kleine reepjes.
• Leg de paksoi in een ruime schaal en verdeel het bietjes- en uienmengsel erbovenop.
• Leg de reepjes zalm bovenop de salade.
• Laat de salade een kwartiertje afgedekt in de koelkast staan voor de smaken zich goed te mengen.