• Snijd elke kipfilet aan één kant diep in zonder helemaal door het vlees heen te snijden.
• Vouw de kipfilets open als een boek.
• Hak 4 blaadjes salie fijn en meng ze met de ricotta.
• Voeg peper en zout naar smaak toe.
• Leg twee plakjes Parmaham iets overlappend op een snijplank.
• Plaats een blaadje salie in het midden en leg daarop een opengesneden kipfilet.
• Schep een kwart van het ricotta-mengsel in het midden van de kip.
• Vouw het vlees weer dubbel over de vulling heen.
• Wikkel de gevulde kipfilets in de plakjes Parmaham en vervolgens in plasticfolie.
• Herhaal dit voor de overige kipfilets.
• Laat de ingepakte kipfilets 1 tot 2 uur stevig worden in de koelkast.
• Verwarm de oven voor op 180°C en verwarm een braadslee voor.
• Verhit de olijfolie in een hete, zware koekenpan.
• Bak de kipfilets, indien nodig in porties, aan beide zijden gedurende 2 minuten bruin.
• Leg een paar takjes tijm op elke kipfilet en plaats ze in de hete braadslee.
• Bak ze, afhankelijk van de grootte, 12 tot 15 minuten in de oven tot het vlees stevig aanvoelt als er zachtjes op wordt gedrukt.
• Dek de kipfilets af met aluminiumfolie en laat ze 5 minuten rusten op een warme plaats.
• Snijd de gevulde kipfilets diagonaal in plakken en serveer op vier warme borden.

• Verwarm de oven voor op 180°C en vet een bakplaat lichtjes in met olijfolie.
• Gebruik een dunschiller of mandoline om de courgettes in lange, dunne reepjes te snijden.
• Leg ze op de ingevette bakplaat.
• Bestrijk de courgettereepjes met olijfolie en breng op smaak met zout en peper.
• Koel ze gedurende 20 minuten in de koelkast.
• Meng in een kom de ricotta met het citroensap, een scheutje extra vierge olijfolie, en zout en peper naar smaak.
• Roer het fijngehakte basilicum en de geroosterde pijnboompitten door het ricottamengsel.
• Leg een kleine theelepel van het ricottamengsel aan een kant van elke courgettereep en rol ze voorzichtig op.
• Plaats de courgette roll-ups op een bord en maal er wat zwarte peper over.
• Besprenkel met olijfolie en balsamicoazijn.
• Serveer de roll-ups direct als voorgerecht.

• Maak eerst de currypasta: hak de groene chilipepers, sjalotjes, knoflook, gember en koriandersteeltjes grof en doe ze in een keukenmachine.
• Hak het citroengras en de kaffirlimoenblaadjes fijn, voeg ze toe aan de keukenmachine en maal alles tot een fijne pasta, voeg indien nodig 1 à 2 eetlepels olie toe.
• Rooster het koriander- en komijnzaad ongeveer 1 minuut in een droge koekenpan op middelhoog vuur, tot ze geurig zijn.
• Stamp de geroosterde specerijen, peperkorrels en 1 theelepel zout in een vijzel tot een fijn poeder.
• Voeg dit toe aan de keukenmachine samen met de garnalenpasta, indien gebruikt.
• Meng alles goed tot een pasta.
• Verhit de olie in een grote pan of wok.
• Voeg 3 à 4 eetlepels van de currypasta toe en verhit al roerend op middelhoog vuur tot het geurig is.
• Voeg de kokosmelk toe en breng alles zachtjes aan de kook.
• Voeg vervolgens de aubergines, chilipepers, kaffirlimoenblaadjes, vissaus en suiker toe zodra de olie van de melk begint te scheiden.
• Verhit alles 3 à 4 minuten tot de aubergines zacht zijn, voeg dan het rundvlees toe en verhit alles nog 2 minuten.
• Haal de pan van het vuur en schep de curry in voorverwarmde kommen.
• Strooi de basilicum of koriander erover en serveer met kommetjes stomende jasmijnrijst.

• Schil de moesappels, verwijder het klokhuis en snijd ze in plakjes.
• Kook ze in een pan met suiker en boter op hoog vuur in 10 à 15 minuten tot moes.
• Laat de moes volledig afkoelen.
• U moet nu ca. 475 gram moes hebben.
• Verwarm de oven voor op 170°C.
• Bekleed een springvorm van 23 centimeter doorsnee met ingevet bakpapier.
• Schil de handappels, verwijder het klokhuis en snijd ze in dunne plakjes.
• Leg ze in een kom en giet het grootste deel van het citroensap en een scheutje water erover.
• Meng in een grote kom het meel, bakpoeder, zuiveringszout, zeezout, suiker en specerijen.
• Maak een kuiltje in het midden en voeg daar het ei, de olijfolie en de appelmoes aan toe.
• Spatel alles door elkaar tot het net gemengd is.
• Giet het beslag in de springvorm en strijk de bovenkant glad met een spatel.
• Bak de taart 30 minuten in de oven; in het midden voelt hij dan een beetje stevig aan.
• Leg snel de plakjes appel in steeds kleiner wordende cirkels boven op de taart, laat het buitenste randje vrij.
• Bestrijk de plakjes met wat citroensap en bak de taart nog eens 30 à 35 minuten in de oven; de appeltaart is gaar als een vleespen die erin wordt geprikt schoon blijft.
• Laat de taart iets afkoelen voordat je de springvorm opent op een rooster.
• Verwarm de jam met 1 à 2 eetlepels water en roer tot een gladde saus.
• Bestrijk de bovenkant van de appeltaart met de jam.

• Roer de zachte boter romig in een kom.
• Voeg de Gorgonzola, slagroom, cognac en peper toe aan de boter en roer tot een glad mengsel.
• Vul een spuitzak met het kaasmengsel en leg deze ongeveer 1 uur in de koelkast.
• Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan gedurende ongeveer 2 minuten, totdat
• ze lichtbruin zijn. Verspreid ze op een bord.
• Spuit rozetten van het kaasmengsel op de crackers en stapel zo 4 torentjes.
• Garneer de torentjes met geroosterde pijnboompitten.

• Breng de rode bessengelei samen met 2 eetlepels water al roerend aan de kook in een pan.
• Laat het mengsel 2 minuten zachtjes koken.
• Laat de gelei 3 minuten afkoelen en bestrijk de driehoekjes van de crackers met de afgekoelde gelei.
• Stapel het gemengde rood fruit bovenop de crackers en bestrijk het fruit met de rest van de gelei.
• Schep een bolletje cassis sorbetijs op het midden van elk dessertbord en schik de fruitdriehoekjes er mooi omheen.

• Kook de groene asperges in ruim water met zout in ongeveer 5 minuten gaar.
• Laat de asperges uitlekken en snijd ze in schuine stukken van 4 cm.
• Schaaf met een dunschiller 8 dunne plakken van de geschilde komkommer.
• Rol elke plak komkommer losjes samen met een plak gerookte zalm op, zodat er roosjes ontstaan.
• Snijd partjes van de rode grapefruit door ze tussen de vliesjes uit te snijden met een scherp mesje.
• Verdeel over 4 borden de waterkers, aspergestukjes, zalm-komkommerroosjes en grapefruitpartjes.
• Klop een sausje van de Dijonmosterd, olijfolie, zout, versgemalen zwarte peper en geknipte kervel.
• Druppel het sausje over de salade.

• Marineer de dunne appelreepjes kort in citroensap om verkleuring te voorkomen en een frisse smaak toe te voegen.
• Leg op elk stukje haringfilet een paar reepjes appel.
• Bestrooi de haring en appelreepjes met zwarte peper naar smaak.
• Garneer de amuse met fijngehakte verse bieslook.
• Gebruik kleine prikkertjes om de haring en appelreepjes samen te serveren of presenteer de amuse op kleine amuselepels.

• Blancheer de peultjes gedurende 3 minuten in ruim kokend water met zout.
• Leg de geblancheerde peultjes in ijswater om het kookproces te stoppen.
• Snijd vervolgens elk peultje aan één kant met een scherp mesje op de naad open.

Voor de vulling:

• Roer de Monchou zacht en luchtig.
• Meng dit met de fijngemaakte Danish Blue.
• Doe het roomkaasmengsel in een spuitzak met een grof mondstuk.
• Vul de peultjes royaal met het roomkaasmengsel door de spuitzak te gebruiken.
• Garneer de gevulde peultjes met grof gehakte rode pepertjes voor een pittige finishing touch.

• Splits de eieren en klop de dooiers schuimig met 1/2 eetlepel gezeefd citroensap en 2 eetlepels warm water.
• Smelt 30 gr roomboter onafgedekt in een diepe ronde schaal gedurende 1 minuut op 600 W
• in de magnetron.
• Roer de gesmolten boter door het geklopte eiermengsel en schenk het terug in de ovenschaal.
• Verwarm de saus onafgedekt gedurende 30 seconden op 600 W, klop krachtig met een garde.
• Herhaal het proces: 15 seconden verwarmen, kloppen, en zo verder gedurende in totaal 3
• minuten, totdat een gebonden saus ontstaat.
• Zorg ervoor dat de saus niet gaat koken.
• Roer vervolgens 1 1/2 eetlepel geknipte kervel en 1 1/2 eetlepel dragon door de saus.
• Breng de saus op smaak met zout, versgemalen peper en een paar druppels citroensap.