Recepten

• Bekleed een bakblik of andere vorm met bakpapier.
• Smelt de chocolade in de stoomoven gedurende 6 minuten op 95°C, in een met folie afgedekte pan of au bain-marie.
• Meng de gesmolten chocolade met de boter en een mespunt zout.
• Klop de eieren erdoorheen zodra de boter gesmolten is in de chocolade.
• Schep de gehakte noten, rozijnen en verkruimelde biscuits erdoorheen.
• Giet het mengsel in de met bakpapier beklede vorm en bestrooi met het amandelschaafsel.
• Laat de cake opstijven in de koelkast gedurende minimaal 2 uur.
• Snijd de cake in kleine stukjes en serveer.

• Laat het bladerdeeg ontdooien en snijd de plakken in 2 rechthoeken.
• Leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat.
• Verwarm de oven voor op Hetelucht Plus 180°C.
• Hak de rozemarijnnaaldjes fijn en meng ze met de suiker.
• Bestrijk het bladerdeeg aan één kant licht met water en strooi er het rozemarijn-suikermengsel over.
• Bak in de oven gedurende ongeveer 10 minuten.
• Laat het bladerdeeg afkoelen en snijd met een kartelmes voorzichtig de bodems los van de deksels.
• Schil de mango’s, snijd het vruchtvlees in dunne plakken en vervolgens in dunne reepjes.
• Meng de mango met de gehakte munt.
• Roer de limoncello met een klein beetje peper door de mascarpone totdat het goed gemengd is.
• Om te serveren, plaats een toefje mascarpone in het midden van de dessertborden en leg de bladerdeegbodems er bovenop.
• Verdeel op elke bladerdeegbodem 2 eetlepels mascarpone en schik de mango speels er bovenop.
• Zet de bladerdeegdeksels er schuin op.
• Garneer eventueel met geschaafde chocolade.

• Plaats het blikje gecondenseerde melk in een geperforeerde stoomovenpan en laat het 2,5 tot 3 uur stomen op 100°C.
• Laat het daarna afkoelen.
• Draai de amandelpoeder en poedersuiker fijn en zeef het.
• Voeg het eiwit toe aan het mengsel en meng tot een dikke pap.
• Voeg eventueel kleurstof (poeder) toe.
• Verwarm de oven voor op 125°C en bereid bakplaten met bakpapier voor.
• Breng in een pan de suiker met water aan de kook tot 120°C op laag vuur.
• Begin met het kloppen van het eiwit zodra de suiker 115°C bereikt heeft.
• Zet de pan even in koud water om het kookproces te stoppen.
• Voeg het suikerwater druppelsgewijs toe aan het draaiende mengsel in de keukenmachine, maar vermijd de garde.
• Laat het suikerwater draaien tot ongeveer 50°C.
• Meng het eiwit met het amandelmengsel en spatel goed door.
• Spuit de macarons op het bakpapier met voldoende ruimte ertussen.
• Laat ze ongeveer 30 minuten staan om te drogen, zodat er een huidje gevormd wordt.
• Verwarm de oven voor op Hetelucht Plus 125°C met de crisp-functie aan.
• Bak de macarons gedurende ongeveer 20 minuten.
• Laat de macarons afkoelen op een rooster nadat ze klaar zijn.
• Roer de Dulce de Leche los en doe het in een spuitzak.
• Spuit een kleine dop op de onderkant van een macaron en druk de onderkant van een andere macaron ertegenaan zodat de vulling mooi tot aan de rand komt.

• Meng alle ingrediënten voor het deeg (behalve de boter en zout) in een kom van een mixer en mix op lage snelheid tot al het vocht is opgenomen (ongeveer 2-3 minuten).
• Voeg het zout toe en kneed vervolgens 5 minuten op een hogere snelheid.
• Voeg de boter toe en kneed tot het deeg soepel is en de boter volledig is opgenomen (ongeveer 4-6 minuten).
• Leg het deeg in een ingevette kom, dek af en laat het rijzen voor 45-60 minuten.
• Rol 2/3 van het deeg uit en bekleed hiermee een ingevette vlaaivorm.
• Prik met een vork gaatjes in het deeg en laat nog even rijzen.
• Bestrooi de bodem met paneermeel of beschuitkruimels.
• Schep de abrikozenvulling op het deeg.
• Rol het resterende deeg uit tot een ronde lap en snijd er reepjes van om een raster bovenop de vulling te maken, of gebruik een rastervorm.
• Bak de vlaai in een voorverwarmde oven op 180°C (boven- en onderwarmte) gedurende 20-25 minuten, tot het deeg goudbruin is.

Optioneel:

• Lak de vlaai af met een siroop van suiker, water en abrikozenlikeur voor een glanzende finish.

• Verwarm de oven voor op 160°C (onder-/bovenwarmte).
• Bekleed een bakplaat met bakpapier, inclusief de zijkanten.
• Klop de eieren met de suiker tot een dik, romig mengsel.
• Zeef het zelfrijzend bakmeel boven het eimengsel en spatel samen met de citroenschil, limoenrasp en een snufje zout door elkaar.
• Verdeel het beslag gelijkmatig over de bakplaat en bak in het midden van de oven gedurende 20 minuten.
• Bestrooi een schone theedoek met poedersuiker.
• Leg de gebakken cake omgekeerd op de theedoek, verwijder voorzichtig het bakpapier en rol de cake voorzichtig op.
• Laat afkoelen.
• Klop de slagroom met de suiker tot lobbig.
• Meng de kwark met het limoensap en vouw dit voorzichtig door de opgeklopte slagroom.
• Hak de helft van de muntblaadjes fijn en meng deze door de room.
• Rol de afgekoelde cake voorzichtig uit, bestrijk gelijkmatig met het slagroommengsel en rol hem weer op.
• Wikkel de rol in folie als deze niet direct wordt geserveerd.
• Voor het serveren, snijd de cakerol in plakken en serveer op elk bord met een bol vanille-ijs.
• Garneer met de overgebleven muntblaadjes.

• Meng in een kom de bloem, poedersuiker, zout en boter tot een kruimelig deeg.
• Voeg de halve eidooier toe en kneed kort tot een egaal deeg.
• Dek af en laat het deeg koelen in de koelkast.
• Verwarm de oven voor op 170°C (hetelucht).
• Vet vier taartvormpjes met een diameter van 8 cm in met boter.
• Rol het deeg uit en bekleed de vormpjes hiermee.
• Leg een stukje bakpapier op het deeg en vul met steunvulling zoals gedroogde erwten.
• Bak ze 20 minuten, haal ze uit de oven, verwijder de steunvulling en bak ze nog 5 minuten zonder vulling.
• Voor de limoenvulling: Verwarm in een pannetje het limoensap, limoenrasp, eidooiers, heel ei, water, maïzena en suiker.
• Breng al roerend aan de kook.
• Haal van het vuur en laat afkoelen tot ongeveer 30°C.
• Klop vervolgens de boter er stukje voor stukje doorheen.
• Zet afgedekt in de koelkast.
• Voor de meringue: Klop in een schone kom de eiwitten met een snufje zout stijf.
• Voeg geleidelijk de suiker toe tot het schuim glanst en pieken vormt.
• Vul de afgekoelde taartbodems met het limoenmengsel en bestrooi met een beetje paneermeel om te voorkomen dat de vullingen elkaar raken.
• Spuit of lepel de meringue erop.
• Kleur de meringue met behulp van een crème brûlée-brander.

• Kneed de boter, suiker, bloem en citroenrasp goed door elkaar tot er een stevig deeg ontstaat.
• Laat het deeg 10 minuten rusten in de koelkast.
• Bekleed een bakvorm met bakpapier.
• Rol het deeg uit en bedek de bodem van de vorm ermee.
• Verwarm de oven voor op 180°C (Hetelucht Plus).
• Bak de bodem gedurende ongeveer 25 minuten tot deze licht goudbruin is.
• Ondertussen, meng de eieren met suiker, citroensap en -rasp tot de suiker is opgelost.
• Voeg de bloem toe en roer tot een glad beslag.
• Giet het mengsel over de iets afgekoelde bodem.
• Verlaag de oventemperatuur naar 160°C (Hetelucht Plus) en bak de taart gedurende 25-30 minuten.
• Voeg indien mogelijk 1 stoominjectie toe na 10 minuten bakken.
• Als je geen oven hebt met een stoomfunctie, verleng dan de baktijd met 5 minuten.
• Laat de taart afkoelen en snijd in repen of blokjes.
• Bestrooi eventueel met poedersuiker en extra citroenrasp.

• Meng de melk, het water en de verkruimelde gist in een kom tot een papje.
• Meng bloem, zout, olijfolie en gistmengsel met een deeghaak tot een soepel deeg.
• Dek het deeg af met een vochtige theedoek en laat ongeveer 30 minuten rijzen op kamertemperatuur.
• Voor de vulling: pel en snipper de ui en hak de knoflook fijn.
• Fruit de ui en knoflook in de olijfolie.
• Meng de gebakken ui en knoflook in een kom samen met de verse kruiden, ei en crème fraîche.
• Breng op smaak met peper en zout.
• Kneed het deeg nogmaals kort door en rol het uit op een met bloem bestoven werkvlak tot een rechthoek van ongeveer 30 x 40 cm.
• Bestrijk het deeg met het kruidenmengsel, waarbij je een rand van 2 cm vrijhoudt.
• Rol de rechthoek op vanaf de smalle kant.
• Leg de rol op een bakplaat en laat deze nog eens 30 minuten rijzen onder een vochtige theedoek op kamertemperatuur.
• Verwarm de oven voor op 180°C (Hetelucht Plus).
• Bak het brood in de voorverwarmde oven gedurende 30-35 minuten, tot het goudbruin en knapperig is.
• Laat het brood afkoelen voordat je het serveert.

• Meng de boter met de basterdsuiker, melk en zout.
• Roer de limoenrasp erdoorheen.
• Kneed vervolgens de gezeefde bloem en bakpoeder erdoor.
• Laat het deeg afgedekt 1 uur rusten in de koelkast.
• Bestuif een werkblad lichtjes met bloem en rol het deeg uit tot een plak van ongeveer 3 mm dikte.
• Hoe dunner, hoe lekkerder.
• Bestrooi met het amandelschaafsel of de amandelstiften.
• Rol ze daarna een beetje vast met een deegroller.
• Bestrijk het deeg met het losgeklopte ei en steek de kransjes uit met de grootste uitsteekvorm.
• Voor het rondje in het midden van het koekje gebruik je de kleine uitsteekvorm.
• Bestrooi met suiker of dip ze in de suiker.
• Leg de koekjes op een met bakpapier beklede bakplaat (of leg het bakpapier op een rooster, dan worden de koekjes krokanter).
• Bak ze in een voorverwarmde oven op boven-onderwarmte op 160°C gedurende ongeveer 20 minuten.

• Begin een dag van tevoren.
• Plaats de ongeopende blikjes gecondenseerde melk in een zeef in een ruime pan.
• Zorg ervoor dat de blikjes volledig onder water staan.
• Breng het water langzaam aan de kook en laat het 3-4 uur zachtjes pruttelen.
• Laat de blikjes vervolgens een nacht afkoelen.
• Snijd voor het korstdeeg de boter in kleine blokjes.
• Meng de bloem met poedersuiker, citroenrasp, vanillesuiker en een snufje zout in een keukenmachine.
• Voeg de boterblokjes toe en meng met behulp van de pulseerknop.
• Voeg vervolgens het ei toe en meng kort.
• Verpak het deeg in folie en laat het ongeveer 30 minuten rusten in de koelkast.
• Vet de vormpjes in met boter.
• Rol het deeg op een licht met bloem bestoven werkvlak dun uit en snijd 8 cirkels uit die 2 cm groter zijn dan de vormpjes.
• Bekleed de vormpjes met het deeg en zorg voor een nette rand.
• Dek de vormpjes af met folie en zet ze ongeveer 15 minuten in de koelkast.
• Verwarm de oven voor op 180°C (Hetelucht Plus).
• Bekleed elk deegvormpje met een stuk bakpapier en vul ze met steunvulling.
• Bak de taartjes gedurende 10-15 minuten op het 2e niveau van onderen of tot ze gaar zijn.
• Verwijder het bakpapier met de steunvulling en bak de bodems nog enkele minuten zonder vulling als ze nog niet gaar zijn.
• Laat ze vervolgens afkoelen en verwijder ze voorzichtig uit de vormpjes.
• Week de amandelen enkele minuten in water, giet ze af en meng ze met de poedersuiker.
• Verdeel de gesuikerde amandelen op een met bakpapier beklede bakplaat en karamelliseer ze in de voorverwarmde oven op 220°C gedurende ongeveer 10 minuten op het 2e niveau van onderen.
• Laat de amandelen afkoelen.
• Klop de slagroom met suiker en vanillemerg stijf.
• Open de blikjes gecondenseerde melk en verdeel de karamel over de taartjes.
• Schil de mango, snijd hem in kleine blokjes en verdeel deze over de karamel.
• Garneer de taartjes met een toefje slagroom en bestrooi ze met de gekarameliseerde amandelen.