• Bereid het gerezen deeg: zeef de bloem.
• Maak een putje in het midden en leg daarin de in lauwe melk opgeloste gist, suiker, zout, het geklopte ei en de in stukjes verdeelde boter.
• Meng alles en verwerk onder de bloem.
• Kneed tot een soepel deeg en laat het op een warme plek rijzen tot het in volume is verdubbeld.
• Leg de rijst 5 minuten in kokend water (gezouten), laat uitdruipen en doe het in kokende melk.
• Laat 25 minuten op zeer laag vuur staan zonder te roeren.
• Voeg het aardappelmeel of rijstroom toe, opgelost in een beetje water.
• Neem van het vuur en voeg de 3 eierdooiers, suiker, zout en kaneel toe.
• Voeg daarna de 2 geplette makarons toe.
• Laat afkoelen.
• Meng er de stijfgeklopte eiwitten door.
• Geef het deeg een dikte van 4 mm en leg het in een ingevette en bebloemde taartvorm (30 cm diameter).
• Prik met een vork in het deeg en versier met de rijst.
• Strijk het bovendeel mooi glad.
• Meng de 2 makarons met het klein geklopte ei, de room en 15 g suiker.
• Verspreid dit mengsel met een spaan over de rijst.
• Plaats de taart 15 minuten in een zeer warme oven, draai dan het vuur lager (middelmatige oven) en laat het gebak nog 15-20 minuten bakken.
• Laat afkoelen voordat je de taart uit de vorm haalt.

• Kook de rijst gedurende 18-20 minuten in water met veel zout.
• Verhit de olie in een pan en bak de tonijn aan beide kanten bruin.
• Houd de vis warm.
• Pel en hak de uien en tomaten fijn.
• Voeg ze toe aan de pan waarin de vis is gebraden, strooi de kerrie erover en laat het geheel even stoven op hoog vuur.
• Voeg de witte wijn toe en laat deze voor de helft inkoken.
• Breng op smaak met peper en zout en zet de pan op een klein vuur.
• Leg de tonijn in de saus en laat 35 minuten sudderen met het deksel op de pan.
• Wanneer de braadtijd verstreken is, sprenkel het citroensap over de vis.
• Schep de rijst in een grote diepe schotel en maak het lichtjes op.
• Schep de tonijn met de groenten erover en versier met schijfjes citroen.

• Schil de rapen, was ze en snijd ze in vieren.
• Kook de rapen in zoutwater tot ze zacht en mals zijn.
• Giet de rapen af en draai ze door een molentje.
• Voeg peper, boter, room en gehakte peterselie toe en meng goed tot een smeuïge puree.
• Voeg desnoods nog wat extra boter toe.
• Sprenkel een beetje citroensap over de puree en proef.
• Voeg indien nodig extra kruiden toe.
• Serveer de puree zeer warm als bijgerecht.

• Snijd het spek in dobbelsteentjes en stoof deze in een mengsel van boter en olie in een cocotte.
• Haal het spek uit de pan en zet apart.
• Verdeel de konijntjes in stukken en braad deze in dezelfde pan rondom bruin.
• Haal het vlees uit de pan en voeg de gesnipperde sjalotten toe.
• Bak tot ze goudgeel zijn.
• Strooi het meel over de sjalotten en roer goed door tot het meel bruin kleurt.
• Giet de witte wijn en de bouillon erbij en breng het geheel aan de kook.
• Voeg het spek, de stukken konijn en het kruidenbosje toe.
• Laat het geheel ongeveer 30 minuten zachtjes sudderen.
• Snijd de tomaten in stukken en voeg ze toe aan de pan.
• Laat nog 20 minuten sudderen totdat het vlees mals is.
• Breng de stoofpot op smaak met zout en peper indien nodig.
• Bestrooi de stoofpot vlak voor het opdienen met gehakte peterselie en bieslook.
• Serveer met kleine frietjes of chips.

• Maak de groenten schoon en snijd ze in stukken.
• Laat het loof van de selderij heel.
• Blancheer de gehalveerde komkommer 5 minuten in kokend gezouten water.
• Spoel af met koud water en laat uitlekken.
• Blancheer de wortelen en laat ook deze uitlekken.
• Verhit 100 g boter in een grote pan en stoof de groenten in volgorde: ui, wortelen, selderij, prei, prinsesbonen en raapjes.
• Voeg als laatste de gesneden komkommer en het kruidentuiltje toe.
• Breng op smaak met peper en zout.
• Voeg een beetje water toe en laat de groenten 20 minuten op laag vuur sudderen.
• Verhit de overige boter in een braadpan en bak de kippenbouten rondom goudbruin.
• Breng op smaak met peper en zout.
• Braad de kippenbouten 20 minuten op middelhoog vuur en controleer regelmatig.
• Verwarm de oven voor op 200 °C (thermostaat 6-7).
• Verwarm een vuurvaste ovenschaal in de oven.
• Leg de gebakken kippenbouten in de schaal en voeg de gestoofde groenten toe.
• Deglaceer de braadpan met een beetje water en giet de kippensaus over het gerecht.
• Schuif de ovenschaal 20 minuten in de oven.
• Controleer regelmatig en breng indien nodig op smaak.
• Verwarm ondertussen de gekonfijte krieken lichtjes in hun stroop.
• Serveer de kippenragout in de ovenschaal met afzonderlijk gekookte aardappelen en de gekonfijte krieken als garnering.

• Maak de groenten schoon en was ze grondig.
• Kook ze afzonderlijk in kokend water: 5 minuten voor de spinazie, 10-15 minuten voor de prei en 20-25 minuten voor de in stukken gesneden groene kool.
• Giet de groenten af en druk overtollig water eruit.
• Pureer de groenten met een keukenmolen of keukenmachine.
• Verhit wat boter in een koekenpan en smoor de dobbelsteentjes spek en fijngehakte uien zachtjes tot de uien glazig zijn.
• Voeg de gepureerde groenten toe en laat alles 10 minuten zachtjes sudderen.
• Klop de eieren los tot een omelet en meng deze samen met de room door het groentemengsel.
• Breng op smaak met peper, zout en een snufje nootmuskaat.
• Meng stevig door elkaar.
• Giet het mengsel in een ingevette ovenschaal en bak in een voorverwarmde oven op 160-180 °C (thermostaat 4-5) tot de pudding stevig is en niet meer vloeibaar, ongeveer 30-40 minuten.
• Serveer de wintergroentepudding direct, goed warm.

• minuten in licht gezouten water tot ze beginnen te garen.
• Giet de prei af en druk voorzichtig om overtollig water te verwijderen.
• Leg de gekookte prei in een kastrol of steelpan en giet de room eroverheen.
• Laat de prei zachtjes sudderen op laag vuur totdat ze volledig gaar en mals zijn.
• Breng op smaak met peper en zout.
• Serveer de romige prei direct als bijgerecht bij bijvoorbeeld aardappelen en vlees of vis.

• Schil de peren en snijd ze in stukken.
• Kook de peren met 200 g vanillesuiker in een pan op middelhoog vuur tot ze doorschijnend worden.
• Giet de peren af en verdeel ze over een diepe schotel of individuele kommetjes.
• Laat de peren volledig afkoelen.
• Smelt ondertussen de fondant-chocolade op een laag vuur samen met de sterke koffie en de fijne suiker in een kleine steelpan.
• Roer het mengsel regelmatig tot het een zalfachtige consistentie heeft.
• Giet de warme chocoladesaus over de afgekoelde peren, zodat ze volledig bedekt zijn.
• Strooi de amandel- of hazelnootschilfers over de chocoladesaus.
• Serveer het dessert direct of voeg een bolletje vanille-ijs toe aan elk kommetje voor een extra feestelijk tintje.

• Doe het meel in een slakom en maak een kuiltje in het midden.
• Breek de eieren in het kuiltje en roer met een houten lepel terwijl je beetje bij beetje de melk toevoegt.
• Meng tot een glad en homogeen beslag.
• Voeg vervolgens het bier toe en roer opnieuw goed door.
• Verkruimel de roquefort met een vork en kneed deze tot een smeuïge pasta.
• Smelt de ongezouten boter en meng deze voorzichtig met de roquefort tot een gladde massa.
• Voeg deze kaas-pastei toe aan het beslag en roer goed door.
• Als het beslag te dik is, kun je extra melk toevoegen om het meer vloeibaar te maken.
• Verhit een kleine pan en bak de pannenkoeken één voor één in een klein beetje gezouten boter.
• Houd de pannenkoeken warm in een lauwe oven terwijl je de rest bakt.
• Bestrijk elke pannenkoek lichtjes met gezouten boter zodra deze klaar is.
• Serveer de pannenkoeken warm, eventueel met een frisse salade als bijgerecht.

Voorbereiding:

• Blancheer de koolbladeren kort in kokend water en laat uitlekken.
• Snijd de hazenrugfilet in blokjes en pureer in de keukenmachine.

Maak de farce:

• Voeg tijm, zeezout en groene peperkorrels toe aan de puree.
• Meng er de eidooiers door, gevolgd door de room en ½ dl bier.
• Zet de farce in de koelkast.

Bereid de kool:

• Bak de spekblokjes uit in een pan, blus af met 1 flesje bokbier en kook tot de helft in.
• Voeg de koolbladeren toe, breng op smaak met nootmuskaat, en laat enkele minuten zachtjes koken.

Samenstellen:

• Bekleed een cakevorm met huishoudfolie en leg de koolbladeren erin.
• Vul de vorm tot de helft met hazenfarce, leg een laag koolblad erop en vul verder met de farce.
• Vouw de koolbladeren dicht.

Bakken:

• Zet de cakevorm in een braadslee met kokend water en bak in een voorverwarmde oven op 180 °C gedurende 35 minuten.
• Maak de saus:
• Kook de wildfond in met 2 dl bier, honing en jeneverbessen.
• Klop de boter in klontjes door de saus.

Garnering:

• Was, droog en pluk de slasoorten.
• Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan.

Serveren:

• Keer de cakevorm om, verwijder de folie en snijd de pastei in plakken.
• Leg op elk bord een plak pastei en schenk de saus erover.
• Garneer met sla en pijnboompitten.